Slechte gewoontes - en hoe je ze voorkomt

Francien Mels
Droomritme coach
23/10/2023
4 minuten

Eigenlijk bestaan slechte gewoontes in zijn algemeenheid niet. Wat voor de één een slechte gewoonte is, kan voor de ander prima werken. Het is dan ook voor iedere ouder en ieder kind weer anders. Slechte gewoontes zijn daarom die gewoontes die niet bij jou passen, die niet bij je kindje passen of niet in jullie situatie passen.

Je wilt dus dingen doen die wél bij jou, je kindje en jullie situatie passen. Want dan krijg je de voor jullie ‘goede’ gewoontes. Betekent dat dat je nooit iets mag doen wat een ‘slechte’ gewoonte kan worden? Gelukkig niet, want jij bent ook maar een mens en soms lopen dingen gewoon even anders. ‍

Onze tip om slechte gewoontes te voorkomen: gebruik de 1-2-3 regel:

1. Een keer iets anders doen kan

2. De tweede keer moet je een plan maken

3. Zodat het de derde keer niet gebeurt (en je geen ongewenste gewoonte introduceert)

Meer informatie over de PIKO

Bijvoorbeeld. Je baby is onrustig in de nacht en de volgende dag heb jij een belangrijke afspraak staan. Je neemt je baby (op een veilige manier) in bed en jullie slapen alletwee nog een paar uurtjes. Kan dit of ben je hier nu een ongewenste gewoonte aan het introduceren? (ik ga er in dit voorbeeld even vanuit dat je liever niet wilt dat je baby altijd bij jou in bed slaapt)

Hier kun je de 1-2-3 regel goed gebruiken:

1. Noodmaatregel: je neemt je baby bij jou in bed (voor jou een ongewenste gewoonte)

2. Komt het in dezelfde week nog een keer voor? Neem je kleintje dan weer in bed. Maar maak tegelijkertijd een plan: wat ga je doen als het weer gebeurt? Ga je hem dan bijvoorbeeld troosten in zijn eigen bedje en reken je op een nacht (of paar nachten) met minder slaap?

3. Voer plan uit. Op deze manier voorkom je gewoontes die je liever niet hebt. Want na drie keer herhalen, beginnen gewoontes zich te vormen.

Als je deze 1-2-3-regel toepast, zul je zien dat je ongewenste gewoontes echt kunt voorkomen.

Toch is de praktijk vaak lastiger dan de theorie. Soms is het zó makkelijk om er toch maar aan toe te geven - omdat het nu even niet zo goed uitkomt. Dus neem je stap 3 deze keer niet. En voor je het weet ben je dus wél ongewenste gewoontes aan het introduceren.

Hoe handig zou het daarom zijn als je helemaal niet zo snel in ongewenste gewoontes vervalt?  

Hier biedt de PIKO uitkomst. Door gebruik te maken van de PIKO verval je minder snel in ongewenste gewoontes, want de PIKO geeft je flexibiliteit. Zo is het niet erg als je baby een keer bij jou in bed ligt omdat dit nu toch even handig uitkomt - want met de PIKO erbij heeft hij toch zijn eigen vertrouwde slaapomgeving.

Wil jij weten of de PIKO ook iets is voor jou? Volg dan de link hieronder.

Meer informatie over de PIKO
0-2 weken
45 minuten
wisselend
16-20 uur
2 weken - 2 maanden
Eerst 60 minuten,
later 75-90 minuten
4 tot 8
15-16 uur
2-4 maanden
75-90 minuten
4 tot 6
14-16 uur
4-6 maanden
90 minuten
4 tot 5
14-16 uur
6-8 maanden
2 uur - 90 minuten - 90 minuten - (90 minuten) - 3 uur
3 tot 4
14-16 uur
8-12 maanden
2 uur - 3 uur - 3 uur - 3 uur of 2 uur - 3 uur - 4 uur
2 tot 3
14-15 uur
0-2 maanden:
rood licht
Geen nieuwe dingen doen of introduceren. je baby begint aan zijn eerste ontwikkelfase (oriëntatie) en is bezig met zijn basishechting. Hij krijgt op de leeftijd van zes weken een circadiaans ritme, dat verandert alles in slaapland. Leg een basis voor goede slaapgewoonten: vermijd te veel prikkels, let op de wakkertijden (75-90 minuten) en houd alles voorspelbaar: het slapen wordt zo voorspelbaar voor je baby.
2-4 maanden:
groen licht
Hier kom je in rustiger vaarwater. Werk aan goede slaapgewoonten en zorg voor een fijn ritme, waarbij je let op de wakkertijden (45-75-90 minuten). Je kunt ook een bedtijdritueel gebruiken, dit hoeft niet lang te zijn als het maar steeds hetzelfde is. Door steeds hetzelfde bedtijd ritueel te gebruiken, weet je baby wat er komen gaat en komt hij makkelijker in een ritme.
4-6 maanden:
rood licht
Het eerste slaapregressiemoment is daar. Je baby gaat ook naar de tweede ontwikkelfase en heeft voorspelbare reacties nodig. Slaappatronen veranderen. Pappen en nathouden is hier het devies, zorg dat je niet te veel onwenselijke slaapassociaties ‘maakt’ en blijf letten op de wakkertijden die bij deze leeftijd horen (90 minuten ritme).
6-8 maanden:
groen licht
Hoewel deze fase beter is, gaat het nog niet echt soepel en dat heeft alles met de voorgaande fase te maken. Maar dit is wel een moment waarop het vaarwater weer rustiger wordt. Tijd om goed aan de slaapbasis te werken en dat doe je door met langere wakkertijden te werken in de ochtend en namiddag, je houdt het wakkertijden aan van 2 uur in de ochtend, 90 minuten tussendoor en 3 uur in de avond.
8-12 maanden:
rood licht
Het tweede slaapregressiemoment is aangebroken. Dit is dus ergens tussen de 8 en 12 maanden (en echt niet vier maanden lang). Deze regressie is één van de slechtste momenten om aan het slapen te werken. Zowel bij zijn ontwikkeling als hechting gaat je baby ook nog naar een nieuwe fase. Dit regressiemoment heeft alles met slaapconsolidatie te maken, het samenvoegen van de slaapuren. Je baby gaat ’s nachts gewoon beter/langer slapen, net als grote mensen dat doen, en heeft daardoor overdag minder uren nodig. 2-3 uren overdag (gedurende 2-3 slaapjes) is dus prima. Volg je het 2-3-4 ritme, krijg je ook geen ‘slaapjesstaking’.
En daarna?
Zorg ervoor dat je baby lekker in het 2-3-4 Ritme zit en blijft, die begint rond de leeftijd van acht maanden en werkt nog wel een poosje!En bedenk: hoe mooi dit toch eigenlijk is. Dat een baby, zo voorspelbaar, zo perfect, zo mooi is. Dat de ene baby echt niet de ander is, maar het groeien en bloeien, de ongrijpbare veranderingen, juist weer zo lekker in stapjes gaat. Hoe mooi is het dat een kleintje met een ander slaapbrein wordt geboren, juist zodat hij vaker gevoed kan worden en niet te diep (gevaarlijk) kan gaan slapen. Dat die slaapjes er overdag zijn, nodig zijn en mogelijk worden gemaakt, juist om te kunnen verwerken en te groeien.

Veel gestelde vragen

Hieronder beantwoorden we een aantal veelgestelde vragen over de PIKO. Mocht je een vraag hebben die hier niet tussen staat, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.

Kan ik de PIKO ook huren?

Ja, je kunt de PIKO ook huren! Dit kan via Tinylibrary of Borntorent. Zeker als je kindje al wat ouder is, ben je voordeliger uit als je huurt.

Hoe kan ik de PIKO afbouwen?

Als je kindje zich gaat optrekken en zelfstandig kan gaan zitten, wordt het tijd om het gebruik van de PIKO af te bouwen. Dit is meestal rond de 9-10 maanden. Uiteraard kun je de PIKO POD wel blijven gebruiken. Hoe je de PIKO het beste af kunt bouwen staat uitgelegd in de PIKO App.

We zien dat baby's weinig moeite hebben met het afbouwen, omdat ze met de PIKO een goede slaapbasis hebben neergezet.

Vanaf wanneer kan ik de PIKO gebruiken?

Je kunt de PIKO vanaf de geboorte gebruiken. We bevelen aan om hier zo vroeg mogelijk mee te beginnen, zodat je baby gelijk een prikkelarme en geborgen slaapomgeving heeft en went aan zijn eigen vertrouwde slaapomgeving.

Tot wanneer kan ik de PIKO gebruiken?

De PIKO kun je verstellen in lengte en zo tot 12 maanden gebruiken. We raden echter vanuit veiligheidsoverwegingen aan om het gebruik van de PIKO te stoppen als je baby zelfstandig kan gaan zitten. Dit is meestal rond de 9-10 maanden.

Waar kan ik de PIKO gebruiken?

Je kunt de PIKO gebruiken op alle plaatsen waar je baby veilig kan slapen. Zo kun je de PIKO gebruiken in de wieg, in de box, in het ledikantje, stand-alone op een matrasje en zelfs – mits je de veiligheidsrichtlijnen volgt – in het grote bed.